Alweer een bizarre moord
18 Feb 2014, 08:00
foto


Terwijl internationaal de druk op Suriname wordt vergroot in verband met het wel of niet schrappen van de doodstraf uit de wetgeving (die in principe tot een dode letter is verworden door de jaren heen), begint de roep uit de samenleving groter te worden voor heractivering van de doodstraf vanwege het feit dat roofovervallen, berovingen en roofmoorden inmiddels dagelijkse kost lijken te zijn geworden.

Had de korpschef het over ruim 4000 berovingen per jaar en zijn ontevredenheid over het KPS, naar alle waarschijnlijkheid liggen de werkelijke cijfers significant hoger. Indien we een kleine rekensom maken dan betekent het dat er dagelijks een flink aantal berovingen plaatsvinden in ons land. In ieder geval meer dan genoeg om vast te stellen dat het veiligheidsgevoel bij de burgers naar het vriespunt is gedaald. Daarvoor hoef je geen deskundige te zijn. Gooi de topic maar op social media en zie dan de honderden reacties die binnenstromen. Ik heb de topic criminaliteit en doodstraf op mijn Facebook page gegooid en de reacties liegen er niet om.

De roep voor de doodstraf is enorm groot en zwelt geleidelijk aan. Het is een signaal uit de samenleving dat het in ieder geval zo niet verder kan en men de situatie behoorlijk beu is. Terwijl de minister van justitie en politie voor mode politie speelt, worden er mensen op brute wijze vermoord in de samenleving. Heeft de minister adhesie betuigd aan de weduwe van de vermoorde ondernemer Lindveld? Of aan andere slachtoffers van berovingen met geweldpleging? De minister kon wel naar de concessie van zijn ‘baas’ Brunswijk afreizen. Of is de minister selectief bezig zoals wordt aangegeven door velen binnen het justitieel en politioneel apparaat.
Suriname is een rechtsstaat die steunt op onder meer de instituten van de rechterlijke macht, opsporing en vervolging. Het is nodig dat alle instituten waar de rechtstaat op steunt, institutioneel, kwalitatief en kwantitatief versterkt worden.

De regering met name de minister van justitie en politie en die van defensie hebben de verantwoordelijkheid om de veiligheid op het totale grondgebied van ons land te garanderen. Dat de vertegenwoordiging van het gezag van de overheid nog niet overal even sterk en permanent aanwezig is, werd al in 2005-2010 bij de sector analyse geconcludeerd.
Voor wat Suriname betreft kan de veiligheidssituatie opgedeeld worden in de lokale en de internationale. Binnen de grenzen is er behoefte aan niet aflatende aandacht voor mogelijke latente en potentiële bedreiging van de rechtstaat. Ter bescherming van de rechtsstaat zijn leger en politie aanwezig.
Maar ook de globalisatie maakt veiligheid tot een prioriteitsgebied van aandacht. Door de globalisatie moeten wij er rekening mee houden dat ons land met grote open grenzen, ontvankelijk en toegankelijk kan zijn voor regionale en internationale dreiging. Er is een toename van het personen- en goederenverkeer en wij moeten voorkomen dat negatieve invloeden ons land binnenkomen. Er is ook de noodzaak om meer internationaal samen te werken om de grensoverschrijdende criminaliteit te bestrijden.

Het beleid voor rechtsbescherming en veiligheid onder regering Venetiaan/Sardjoe met Santokhi als minister, was erop gericht om op het hele grondgebied van Suriname, alle vormen van criminaliteit terug te dringen. In samenwerking met binnenlandse en buitenlandse partners werd grensoverschrijdende criminaliteit bestreden. Het gevoel van veiligheid en rechtszekerheid werd versterkt. Er zijn een aantal conditios sine qua non waaraan het veiligheidsbeleid dient te voldoen. Een goed functionerende Rechterlijke Macht is hierbij essentieel. Anno 2014 merken we dat de regering lak heeft aan de grieven van de Rechterlijke Macht. Een commissie onder leiding van Van Dijk-Silos bleek machteloos te zijn om veranderingen in de bestaande situatie te brengen.

Het veiligheidsbeleid moet steunen op wet- en regelgeving, aangepaste bewaking van ons territoir en samenwerkingsovereenkomsten met daarvoor in aanmerking komende landen. Misdaadpreventie dient prioriteit te genieten en waar nodig dient hard repressief te worden opgetreden. Voor dit laatste dienen faciliteiten beschikbaar gesteld te worden en kan het niet zo zijn dat politieagenten met risico’s voor eigen leven criminelen oppakken en na de veroordeling deze criminelen om allerhande ‘wazige’ redenen binnen korte tijd weer op vrije voeten worden gesteld. Voorts dienen Politie en leger vaker en intensiever met elkaar samen te werken in de strijd tegen de criminaliteit. De ketenbenadering biedt daar uitkomst in.

Wat we nu zien gebeuren is een naar mijn mening incompetente minister die geen beleid heeft naar criminaliteitsbestrijding toe en die het korps demotiveert door de wijze waarop de minister zaken aanpakt.
Ik heb nog geen kennis kunnen nemen van een eventueel aanwezig beleidsplan van het ministerie van justitie en politie. Onder minister Santokhi werd in 2005 door een expertteam een analyse uitgevoerd van de sector Rechtsbescherming en Veiligheid en werd op basis van die sector analyse het Beleidsplan Rechtsbescherming en Veiligheid in elkaar gezet en uitgevoerd. Uit die analyse kwamen een aantal knelpunten aan het licht. Aan die knelpunten zou men structureel moeten werken. Dat zien we niet meer gebeuren.

In het genoemde sectorplan werd een bredere en meer integrale rol gegeven aan de rechtshandhavers en rechtsbeschermers, verantwoordelijk voor de uitvoering van een samenhangend rechtsbeschermings- en veiligheidsbeleid in Suriname.
Tevens werd in dit sectorplan beoogd een nieuwe strategische visie aan te dragen voor uitvoering van het beleid binnen het Ministerie van Justitie en Politie. Deze visie heeft toen geleid tot een integrale aanpak van de rechtshandhaving en rechtsbescherming. Met als resultante verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening en versterking van zowel de betrokken instituten als van de organisatie van het Ministerie van Justitie en Politie. In deze visie staat centraal een werkwijze gebaseerd op samenwerking met zowel de actoren binnen het ministerie als met de overige, daarvoor in aanmerking komende samenwerkingspartners zowel binnen als buiten de overheid. Basis van deze samenwerking is de ketenbenadering: samen werken aan de verbetering van één proces. De huidige minister zou er heel veel van kunnen leren. En terwijl hij leert vallen er nog elke dag slachtoffers.

Mr.Drs.Sharmila Kalidien-Mansaram
Advertenties

Thursday 18 April
Wednesday 17 April
Tuesday 16 April