Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 185
26 Jan 2014, 22:00
foto


“Jongoe, wat een nasleep heeft die 65-jariviering in Stichting Ellefant allemaal niet gehad.”
“Allereerst zien we weer eens hoe diep etnisch bepaalde nationaal schreeuwenden in wezen nog altijd denken.’
”Wat en wie bedoel je?”
“Velen hebben Cassie toch verweten dat hij als rasechte Flaka-mang een Loekieman als president aanprijst?”
“Cassie no dong: als Chandrika pres wordt, is hij, Cassie, verzekerd van een goeie post.”
“Maar ook Greggy moest in de pers daags na het feest terugkrabbelen; ‘zijn’ Groene-erfpartij gaat voor een sterke president, geen populist.”
“Dan wil Chan een soort mammoetblok in elkaar timmeren om mijn Baas, mijn volkspresident...”
“Ja, jouw voorvechter voor de seniore burgers, jouw oudedagskampioen...”
“Onderbreek me niet, mang! Ik zei:... om mijn volkspresident te verslaan? Nooit zal dat hem lukken. Kijk hoe ze nu al binnen dat zogenaamde Front oneens zijn over wie hun preskandidaat wordt.”
“Ze kennen nog steeds die etnische vrees voor elkaar: de ene groep is bang dat de andere groep hem zal overrulen.”
“Dan zijn anderen bang dat als de inkomsten op de goudvelden droppen, de werkloze gouddelvers de stad gaan overspoelen en ons hier gaan komen beroven.”
“Dan zijn weer anderen bang dat die gele mannetjes de handel zullen overnemen, vandaar die ophef om de verkoop van Kersten.”
“Mosterd na de maaltijd, de koop is al gesloten.”
“En als Albert Hein of Wolmart het had opgekocht, had je juist gejuich gehoord.”
“En dan die nasleep over dat onthulde beeld van de wijlen Ellefant-voorzitter, de kampioen der Verbroederingspolitiek. Mijn hemel, heb je dat beeld, fier als een kankantrie, gezien?”
“Erwin de Fries had het over een tuinkabouter; je weet zo een beeldje dat je koopt om op het grasveld in je tuin te zetten. Je ziet ze toch bijvoorbeeld tegenover de politiepost Tammenga op dat open veldje?”
“Erwin wilde weer eens 20.000 euro verdienen.”
“Zijn kunst is het waard. Maar hij heeft ergens gelijk met zijn kritiek. Echt kitsch. Vooral omdat het geverfd is. Welk eerbaar standbeeld ter wereld zie je er zo geverfd bij staan?”
“Goedkoop is duurkoop.”
“En dan velen die zich geroepen voelen om de kritiek op dit wanbeeld goed te praten. Mi Gado, als ik ooit president of langstzittende voorzitter van een partij wordt, zal ik in mijn testament verbieden dat ze ooit een beeld van me maken. Laat ze dat geld liever aan een weeshuis besteden.”
“Maar waarom de drang van politieke nazaten om beelden van wijlen hun glorieuze voorzitters neer te zetten?”
“Om daar elk jaar krokodillentranen te storten, zogenaamd omdat ding lobi ding oud-voorzitter.”
“Ja, een goedkope manier om zo sentimenten bij de oudere kiezers op te wekken, die dan hopelijk de jongeren zullen dwingen om maar te blijven stemmen op de traditionele partij.”
“Maar toen die voorzitter in leven was, deden ze er alles aan om hem te dwarsbomen of af te zetten.”
“Zei Jopie niet na zijn val als premier en partijvoorzitter:”Na ding fyo-fyo doe ing?”
“Ik weet het niet, ik zat niet aan zijn ziekbed.”
“Als ze te zijner tijd een standbeeld van Somo zullen maken, kunnen ze heel goedkoop uitkomen: gewoon een grote wajang pop tussen die twee beelden op het plein hangen en de wind zwaait die van de ene naar de andere.”
“De Hollanders zeggen: een weerhaan.”
“Wat is dat?”
“Oh jongere in ons midden, ook dat niet op school geleerd? Boven op de kerktorens in Nederland heb je zo een haantje op een ijzeren staaf die kan meedraaien met de wind. Dus dan konden de mensen beneden zien in welke richting de wind waait, aan de stand van dat weerhaantje.”
“Die waait dus met alle winden mee.”
“Wij zeggen: be ghaar ke lota.”
“Uitleg, vertaling please.”
“Je kent die koperen vazen met een bolle buik die de Hindostanen gebruiken?”
“Ja, o ja, dat zijn lota’s.”
“Goed zo, zo leer je ook wat van ons, want jullie weigeren onze taal te leren, maar wij worden wel geacht die van jullie te kennen.”
“Is niet waar, jullie lachen ons uit als wij het proberen.”
“Okay, lieb’a tori. Wel, bij die huiskerkdiensten, dat zijn ‘katha’s’, gebruikt de pandit ook zo een lota, maar die heeft geen platte bodem, maar een bolle.”
“Dan blijft zo een vaas niet rechtop staan.”
“Precies; de mondopening zwiengt alle kanten op. Dus als wij iemand een ‘be ghaar ke lota’ noemen, slaat dat op iemand die naar alle kanten zwiengt. O ja, ‘ghaar’ slaat op achtereinde, onderkant of ook de anus. Dan weten jullie dit ook.”
“Dan kunnen we voor die bewuste politicus nog goedkoper uitkomen; we zetten gewoon zo een bol-bodemige lota op een voetstuk en zetten eronder “Paul Pienter, koning van Djawa.”
“Voordat je denkt gaat een djunkie er met dat koper vandoor, zoals ze bij vele burgers doen met hun waterleidingbuizen.”
“Zelfs tot in het binnenland gebeurt dat; dorpen zonder water daardoor.”
“Gewoon de opkoop van koper verbieden. Wie toch opkoopt is strafbaar: 5.000 srd boete of een maand hechtenis. Dan is het meteen afgelopen met die handel.”
“Nee, nee, we mogen niet zo streng zijn in dit land waar alles maar moet mogen. Ons land is toch een FFA-land?”
“Wat is FFA?”
“Free For All.”
“Overdrijf je niet een beetje veel?”
“Okay, een beetje. Maar daarom zeg ik dat Chandrika het net als Somo moet aandurven om alleen de verkiezingen in te gaan, dan hoeft hij niet nu al concessies te doen aan allerlei politieke koeparies, die op Ellefantstemmen binnen willen komen en dan posities gaan eisen.”
“Dat is de sterkte van ome Paul Pienter, koning van Djawa: hij is op eigen kracht binnengekomen; niet in Frontverband.”
“En toen hij uit Front ging, dropten de zetels van degenen die dankzij zijn Djawa-stemmen binnenkwamen.”
“En als ook de Ellefant op eigen houtje gaat, blijft er minder dan niets van bepaalde Frontpartijen over.”
“Ik ben daar niet rouwig om; het wordt hoog tijd dat bepaalde politieke profiteurs die op anderen hun stemmen parasiteren, van het politieke toneel verdwijnen.”
“Dat van mijn Carl Doeman; die is op eigen houtje binnengekomen en gaat de stem van zijn kiezers niet voorafgaand aan de verkiezingen verkopen om puur uit eigen belang te gaan meeheulen in een of andere waterhoofdcombinatie.”
“Een mammoet of een mega, what’s in the name.”
“Onze kritische politieke analist, de respectabele Eugene Gessel, van wie ik op de middelbare school les mocht krijgen bij het vak Staatsinrichting, heeft duidelijk gezegd dat zulke pre-electorale combinaties in de kieswet verboden moeten worden.”
“Hij heeft grooooooot gelijk.”
“Gessel zegt ook dat het huidige kiesstelsel een ‘rotzooi’ is.”
“Ook daarin heeft hij grooooooot gelijk.”
“Maar partijen mogen toch stembusafspraken maken?”
“Geen probleem, maar dat is wat anders dan gaan samenklitten in combinaties die nergens zijn geregistreerd, geen gekozen bestuur hebben, geen statuten en geen rechtspersoonlijkheid hebben, zoals het Nieuw Front en de Mega-combinatie.”
“De president krijgt mijn zegen als hij dit verbod op pre-electorale combinaties desnoods middels een presidentieel decreet afkondigt.”
“Dus dat partijen alleen de verkiezingen mogen ingaan in de vorm zoals zij staan geregistreerd met statuten, leden enz.”
“Ik noem die pre-electorale combinaties een vorm van kiezersbedrog, net zoals ik koppelverkoop in de winkel klantenbedrog noem.”
“Dat begrijp ik niet, geef een voorbeeld.”
“Kijk, stel ik vind een bepaalde tandpasta , noem hem maar Coolgate, net als duizenden andere consumenten goed, het is ons vaste merk. We kopen hem blindelings, al is hij een beetje duur. Op een dag gaan we naar de supermarket, en we zien dat onze Coolgate-tube met tape vastgeplakt is aan een wazige goedkope, loes-wiri-tandenborstel, een vies ruikende scheerzeep, een doosje roestige scheermesjes en een kam, maar ik heb een kaal hoofd. Ik ga naar omoe en zeg:’Omoe, mi no wani a rommel, mi wani a Coolgate nomo-nomo.’ Da omoe taki:’A no kan, moesoe teki ala sani; joe abi vooldeel, want a plijs na bijna sem.’ Nou, dat is dus wat men noemt ’koppelverkoop’ en dat is verboden, want je dwingt de mensen dingen te nemen die ze niet willen.”
“Ik zou dan niet meer naar die supermarket gaan.”
“Begrijp je nou waarom bijna 30% van de kiezers thuisblijft? Stel ze zijn vaste aanhangers van de politieke partij SHP...”
“Wat wil dat zeggen?”
“Surinaamse Hooghardst Partij...”
“Eh, ouw*&% nou eens even niet, hier, neem nog een shot, zuip en praat niet. Dus ze zijn bijvoorbeeld SHP, dat is al jaren hun vaste partij, maar nu verbindt die partij zich met een kleine, radicale todo-prasoropartij vol gestudeerde schatkistplunderaars, de KALOE, en met een jonge partij vol snel-positiezoekende jongens, genaamd Nieuw-Studiename en met een partij met een bejaarde nazaat van een immigrant als eigenaar, de KaaTekiPartij. Dit samenraapsel krijgt dan een of andere djoteh-naam, bijvoorbeeld het Nieuw Ultra Blok en die hele sama-sama gaat dan de verkiezingen met veel tam-tam en geschreeuw in. En krijgen ze regeermacht, gaat dat onderling vechten om posities goed beginnen; dan zijn ze de kiezers vergeten.”
“Tja, maar het zijn de kiezers die zich elke keer weer laten pakken om op zulke waterhoofdcombinaties te stemmen en na elke verkiezing weer vijf jaren ontevreden zijn.”
“Tja, wie niet horen wil en maar steeds als een dommie stemt of thuisblijft, moet maar voelen, sorry dat ik het zeg.”
“Alleen brengt men de toekomst van dit land in gevaar met deze rotzooi, zoals de respectabele historicus E.A. Gessel dat onomwonden stelt.”
“Ik stel: zuip jij minder, want de dokter heeft je al gewaarschuwd.”
“Ja, dat doe ik, echt waar. Omoe, eh, ik bedoel, ober, nog een sap shot, eeh, ik bedoel een shot sap.”
“Goed zo, voor mij ook.”

Rappa
Advertenties

Wednesday 17 April
Tuesday 16 April
Monday 15 April