Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 180

“Saaaaang, hebben jullie het gehoord; onze Nationale Assemblee heeft geschiedenis geschreven.”
“Wat? Zijn ze een keer op tijd begonnen?”
“Nee mang, dat komt nog.”
“Hebben ze die anti-corruptiewet goedgekeurd?”
“Maken we niet meer mee.”
“Doen jullie eens even normaal, wil je? Altijd zijn jullie zo cynisch en negatief als het om onze DNA gaat.”
“Vraag ons niet hoe we aan deze houding zijn gekomen. Maar goed, wat voor historische daad hebben ze dan zo verricht?”
“Ze hebben met algemene stemmen het wetsontwerp goedgekeurd dat alle, uit Suriname afkomstigen verenigt.”
“Proletariërs aller landen, verenigt u!”
“Wat bedoelt Jules daarmee?”
“Maak je niet druk, o jongste in ons midden. De alcohol heeft wat kreten uit z’n studententijd doen opwaaien.”
“Dus nu praten we niet meer van Surinamers in het buitenland of euro-Surinamers, Surinaamse Nederlanders, Nederlanders van Surinaamse afkomst, landgenoten overzee, Suri-Neds en ga zo voort.”
“We praten nu van Personen van Surinaamse Afkomst, PSA.”
“Goeie zaak. Inderdaad een historisch moment.”
“Maar wattebout de partners van de PSA’s, als ze in concubinaat leven?”
“Luister, laten we de grote lijn niet uit het oog verliezen door ons te verdwalen in allerlei randgevallen en uitzonderingen. Ben je hier geboren en getogen, weet je bijvoorbeeld hoe je woorden als bobbie, bobo, krong, paysah, kasiri, dawet, op de juiste manier uitspreekt en de betekenis kent, dan ben je deel van ons geestelijk zijn, al woon je in het buitenland.”
“Maar we moeten PSA-ers niet meer rechten toekennen uit een zucht van pan-Surinamisme of omdat we degenen van buiten hoger waarderen dan degenen die hier zijn gebleven en hier geleden en gestreden hebben om een beter salaris, een bouwkavel, om verharde wegen, om licht en water, om erkenning van het eigene en zo voorts.”
“Ik denk niet dat we ons daar zorgen over hoeven te maken. Dat zal niet gebeuren zolang wij, de SHW-ers, dat niet willen.”
“Waar staat SHW voor?”
“Surinamers Hier Woonachtig.”
“En ik vind het een goed ding om mensen, eens van hier, officieel te erkennen en erbij te betrekken. Je bedenkt het niet waar ter wereld, of er wonen PSA-ers daar en soms al een mensenleeftijd.”
“Zoals die in Nieuw-Zeeland en Australië wonen, hoewel de nog in leven zijnden al flink wat jaren hebben.”
“Hoe komen mensen uit Suriname daar te wonen?”
“Weet jij niet, oh jongere zuiplap in ons midden, dat er een aantal jongelui tijdens de tweede wereldoorlog als gunners in geallieerde krijgsdienst, gestationeerd was in Australië en dat ze daar na de oorlog zijn gebleven?”
“Wat? Ongelooflijk.”
“Nou, daar leer je weer wat van ons, oudjes. Zal ik je erbij vertellen dat daar jongens bij waren die in 1937 van de Sint Paulusschool geslaagd waren?”
“Bestond de Sint Paulusschool toen al?”
“Mijn hemel, wat leren jullie op school over je eigen land? Heb je ooit gehoord van de fraters van Tilburg?’
“Nee.”
“Die gaven toen op de Paulus les. En heb je ooit gehoord van de Brutus-club en welke leerkracht-frater met die bijnaam die club oprichtte?”
“Hoe moet ik dat weten?”
“Dan moet je meer lezen en minder zuipen, o jongere in ons midden. En wist je dat deze pater de Brutusclub oprichtte, zodat jongens van de Sint Paulusschool onder toezicht de meisjes van de Sint Louiseschool buiten schooltijd konden ontmoeten en zo elkaar leerden kennen?”
“Ja, want door die strenge scheiding van jongens- en meisjesscholen gingen heel wat jongens van de openbare Hendrikschool en van de Graaf ervandoor met meisjes van de Sint Louise.”
“De Graaf? Wat was dat?”
“Daarmee bedoel ik de oude Graaf von Zinzendorfschool, oh jongeman, dat is een EBG-muloschool, ook een stonfoetoe onder de Muloscholen, zoals de Hendrik en de Paulus.”
“We dwalen weer eens af. Ik wil nóg een niet vaak voorkomende daad van onze DNA aanhalen.”
“Welke dan?”
“Oppositie en coalitie hebben hun tanden aan de regering laten zien in die kwestie van Tigri.”
“Volgens mij is dat een politieke comedie, want vanaf het begin heeft men hier en in Den Haag konijn gespeeld met de kwestie Tigri. Veel verraad en gepraat, maar weinig daad. Lees maar het gelijknamige boek van Defpol-lid Alwien Grant.”
“Laat de regering de Algehele Mobilisatie afkondigen en alle PSA-ers en S.H.W-ers oproepen het vaderlands grondgebied te komen verdedigen!”
“Jules, drink minder. Die alcohol maakt je oorlogszuchtig. Gelukkig gaan we straks met een taxi naar huis, want stel dat jij in bezopen situatie de verkeerde rijrichting opgaat, in een politie-roadblock terechtkomt, en dan nog tekeer gaat, tot in het politiebureau aan de Keizerstraat, zoals onlangs de journalist F.v.S.”
“Wie is dat? Ferdinand van Sypenstein?”
“Of Fedor van Staalhuizen?”
“Faryd van Sepierkan?”
“Of Frederik van Stevenslust?”
“Zie je? Daarom hou ik niet van die naamsafkortingen. Je krijgt allerlei speculaties. Maar zo een bekende mediawerker, een voorbeeldfiguur, slaat hiermee wel een modderfiguur.”
“En dat door zuiperij, foei toch.”
“Wij zijn geen haar beter, want we zuipen ook.”
“Maar wij gaan niet zo tegen de politie tekeer, nog wel in een hoofdbureau dat door het harde stemgeluid nog in elkaar dondert, gezien de wrakkige staat waarin het verkeert.”
“En ook dat karkas van die nieuwe in eeuwige aanbouw gaat dezelfde kant op.”
“Maar bruggen komen er wel, de een na de ander.”
“Men maakt zo een ophef over drugs, terwijl alcoholmisbruik veel meer levens vernietigt, vooral in het gezinsleven en in het verkeer.”
“Maar met onze slapjanus-wetgeving gaat dit kwaad maar door.”
“Zie hoe streng en stoer men is tegen bolletjesslikkers op Zanderij; laat men minstens net zo streng zijn tegen alhoholslikkers in het verkeer.”
“Maar dan moeten onze politiemannen ook nuchter zijn, want in dat korps zit er ook een stevig stel drankorgels die zelfs in uniform in bars staan te zuipen, hun dienstwapen kwijtraakt of tekeer gaat als ze in bezopen situatie een aanrijding maken.”
“Een paar zwaar straffen, vijf jaar cel bijvoorbeeld, en de rest kijkt dan wel uit. Maar nee, we beschermen elkaar in onze zonden. Kijk dat gehaal en getrek rond het afnemen van blaastesten.”
“De blaastesten komen eindelijk op gang.”
“Ik zeg: de ontwikkeling van een gemeenschap moet je vooral afmeten aan de mate waarin die samenleving in staat is zijn burgers volgens algemeen geaccepteerde wetgeving te ordenen, desnoods met harde sancties.”
“Yeah, leuke bananenkolonie; zuip, race, smijt rommel uit je auto, schiet maar vuurwerk en plas maar raak, yeah, wat een lekker sfeertje hier.”
“Maar als we mensen moeten uitbetalen voor geleverde prestaties, of overeengekomen subsidies, doen we opeens zo stoer en zo streng en zo ekte-mang, alsof het ons eigen geld is wat we uitgeven.”
“Maar o zo gemakkelijk geven we datzelfde belastingsgeld uit als het gaat om snoepreisjes of om onze connecties te bevoordelen.”
“Ja, daarmee zijn we haantje de voorste. Maar om ons eigen grondgebied te beschermen tegen goud-, hout- en visplunderaars zijn we haantje de achterste.”
“Niet zo hard van stapel lopen, heren. Het land beschermen kost veel geld, en dat hebben we niet.”
“Nou, dat zou je niet zeggen als je al die weelde, grote zakenpanden en malls in malls bij malls ziet verrijzen.”
“Er is gewoon teveel geld in omloop, omdat die overheid niet genoeg mechanismen in place heeft om dat teveel af te romen. Dus dan gaat men het consumptief besteden en daar staan onze handelaren er als de kippen bij om dat af te romen.”
“Welke mechanismen bedoel je?”
“Onroerend goedbelasting, Belasting Toegevoegde Waarde, hogere tarieven voor grote water- en stroomverbruikers, hogere wegenbelasting voor grotere auto’s, pre-shipment controle, hogere boetes voor...”
“Hou op, hou op, mang!! Je maakt deze free living and spending-samenleving nog onleefbaar. La we zo blijven, lekker dollen, lekker onder en boven de wet geld maken en flink alles kopen tot we ons opeens realiseren dat wij intussen verkocht zijn.”
“Yeah, je leeft maar één keer, yeah, geef ons brood, spelen en alcohol. Een rondje voor iedereen. Het is straks kerst, een vrijbrief om uit je bol te gaan.”
“Ik drink niet meer, ik ontnuchter eerst een uurtje, dan ga ik huiswaarts. Ober, voor mij sap-puur.”
“Ik ook. Jij en ik gedenken de geboorte van de Heiland in nuchtere staat. Merry Christmas.”


Rappa