Column: De man van veel
21 Oct 2013, 09:00
foto
Karin Amatmoekrim (Foto: Willem van den Heuvel)


Met veel plezier heb ik de roman van Karin Amatmoekrim over Anton de Kom gelezen. Amatmoekrim is net als Clark Accord een vertegenwoordiger van een nieuwe generatie Surinaamse schrijvers die zich ontworstelt uit de koloniale geest.
Als Cynthia McLeod een roman zou schrijven over Anton de Kom, dan zou het grootste deel van het verhaal gaan over de liefdesperikelen van gouverneur Rutgers, zoals het verhaal 'Hoe duur was de suiker' niet gaat over de totslaafgemaakten, maar over de liefdesperikelen van hun onderdrukkers.
Amatmoekrim daarentegen kruipt in de geest van Anton de Kom, toen hij eind 1939 werd opgenomen in de Ramaerkliniek in Den Haag. Adek is overspannen en depressief. Zijn vrouw Nel had geregeld dat hij kon worden opgenomen, tegen zijn zin overigens.

De roman behandelt de ervaringen en emoties van Adek in de kliniek met flashbacks naar zijn jeugd, zijn strijd en zijn belevenissen in Suriname en Nederland. De schrijfster doet dat op een knappe en gevoelige manier. Zo gebruikt ze het verhaal van de tekening uit het boek van Stedman, waarin een zwarte man is opgehangen aan een vleeshaak die zijn ribben doorboort. Ze laat Adek de man in zijn fantasie bezoeken en zijn verdriet en verontwaardiging voelen. Ze gebruikt de kinderliedjes die Adek gehoord heeft van zijn grootmoeder en het verhaal vertellen van willekeur en moord tijdens slavernij: faja siton no bron mi si.
Ze voert de grootmoeder van Adek ten tonele, toen Adek haar vertelde over wat hij op school leerde over Nederlandse helden als Willem de Ruyter. Zijn grootmoeder neemt hem mee naar het galgenveld waar de zwarte helden werden opgehangen. Zo krijg je een idee hoe de emoties van Adek gegroeid zijn vanuit zijn ervaringen en familieverhalen.
Ze vertelt over de woede en het verdriet dat Adek voelt als hij in een rapport leest hoe een totslaafgemaakte die zijn meester tegensprak gestraft werd met het afhakken van zijn vingers die hij vervolgens onder dwang moest opeten:
“Toen hij het uitschreeuwde van de pijn, irriteerde hij zijn meester zodanig dat deze hem de tong uittrok. Anton las het, en de afstand in tijd en ruimte verhinderde niet dat zijn hart bloedde omwille van het lijden van een broer.”
Een van de mooiste onderdelen van de roman is de verhouding die Amatmoekrim schetst tussen Adek en zijn witte vrouw Nel. Daarin laat zij zien hoe goed zij is in het beschrijven van menselijke relaties. Adek, de zwarte internationalist die strijd voor de bevrijding van de zwarte mens, is verliefd op een witte vrouw:
“Als hij ’s avonds in bed bij zijn vrouw ging liggen en naar haar lieve, blanke gezichtje keek, vroeg hij zich af of de schuld van haar voorouders over was gegaan op haar, zoals het verdriet van de zijne als vanzelf door hem werd geërfd.”
Adek was tegen zijn zin opgenomen in een psychiatrische inrichting. Zijn vrouw had daarvoor gezorgd. Amatmoekrim schetst het gevoel van verraad dat door Adek ging. Als Nel hem komt bezoeken zegt hij:
“Ik vertrouwde je. Jou alleen, vertrouwde ik. En je hebt me hier laten opsluiten als een beest. Juist jij.’
Ze greep naar haar buik, alsof hij haar een onzichtbaar mes in de maag had gestoken, alsof hij het een kwartslag draaide, het eruit trok en haar er opnieuw mee stak, en ze huilde geluidloos, met haar mond wijd open en haar ogen vol ongeloof, en hij wist dat hij haar een wond had toegebracht die nooit meer zou helen.”

De roman eindigt met het ontslag van Adek uit de inrichting, drie maanden later. Hij was genezen. In een prachtige documentaire die Ida Does over Anton de Kom heeft gemaakt vertelt dochter Judith hoe haar vader als een herboren man terugkwam en weer die lieve vader was die ze altijd gekend had.
Het drama van de familie De Kom is nauw verweven met het historische drama van koloniaal Suriname. Adek ligt begraven in Nederland. Zijn vrouw die Suriname later veelvuldig zou bezoeken ligt begraven in Suriname. Alle pogingen van witte historici zoals John Jansen van Galen, Gert Oostindie, Rob Woortman en Alice Boots, om Adek te laten verworden tot een man van weinig betekenis voor Suriname, zijn vruchteloos gebleken. Met haar roman “de man van veel” heeft Amatmoekrim vanuit de invalshoek van literatuur een belangrijke bijdrage geleverd aan de identificatie van deze historische figuur.

Sandew Hira
Advertenties

Thursday 25 April
Wednesday 24 April
Tuesday 23 April