Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 166
15 Sep 2013, 18:30
foto
President Desi Bouterse in de studio van de SRS.


“Hebben jullie mijn voorzitter op de staatsradio gehoord; hij was sterk, mang!”
“Ja, nu hij de hete adem van Big Brother in de nek voelt en politieke tegenstanders overal kernen stichten en op zijn functie azen, kan hij opeens de weg naar OCER en de radio vinden.”
“Die Zijne Arrogantie van jou dokte achter zijn krant in lanti-wagon One en als die de hitte voelde, rende hij ook naar zijn AlfaBetisChe zender en naar zijn Groene Erf om allerlei verlepte odo’s en holle stoere taal uit te slaan.”
“Ja, inderdaad, wat voor nieuws is er dan onder de zon?”
“Mijn voorzitter is een volkspresident, hij heeft hart voor de arme mensen.”
“Dat zeggen ze allemaal, omdat daar de massa aan makkelijk te beïnvloeden stemmen zit.”
“Ik heb ook naar die Baas van je geluisterd op de Staatszender. Al moet ik niets van hem hebben, hij heeft gewoon een vlotte babbel en ik vond zijn openheid en eerlijkheid verfrissend. De man geeft ruiterlijk toe dat een aantal ministeries gewoon hoofdpijn zijn en dat er ambtenaren op sleutelposities zitten die de boel gewoon saboteren; die moet hij weghalen.”
“Maar met sommigen kan hij dat niet, omdat die gekozen zijn. Wie zou hij daarmee bedoelen? Robert Mehr-Ali? Of bedoelde hij die uit Mega weggelopen DNA-leden?”
“Komt hij daar nu pas, na drie jaren, achter?”
“En nadat hij de twee beste ministers die hij had onder druk van coalitiepartners en eigen partijmensen heeft gedumpt?”
”Wie? Wie? Noem namen.”
“Echt niet, want dat mag je in dit land niet doen, anders loopt men naar de rechter.”
“Je bedoelt zeker die eerste Grondminister die gewoon partijvoorzitters die met hun grondsjoemels bij hem kwamen, in de gang liet wachten.”
“Ai, als die had kunnen doen wat die van plan was, zou het grondbeleid nu de sterke troef van Baas zijn.”
“Inderdaad, dan zouden niet ettelijke mensen bij de SRS op Baas wachten om hem en Slimburg tientallen enveloppes met bewijsstukken van achterstallig grond- en personeelsbeleid in de hand te duwen.”
“En wie was die tweede minister die hij niet moest lozen?”
“Wonnie, de Boeddha van Financiën. Die kende tenminste haar vak. Ik bedoel, als Baas haar de kans had gegeven te doen wat ze financieel moest doen, was Financiën nu zijn tweede sterke troef, in plaats van zijn tweede hoofdpijn.”
“Maar zij wilde die poespas van Ramon en van anderen dichtbij Baas niet uitbetalen, daarom moest ze weg.”
“Dat weet ik niet;dat weet jij zeker!”
“Komt ervan als je een ervaren piloot van de jumbo 747 weghaalt, omdat die geen zig-zag, vreet-n’a-potbeleid koers wil vliegen, en een co-piloot van de Twin Otter in haar plaats zet die niet in staat is op de financiële rem te trappen.”
“Maar Gilt-more zegt bij herhaling dat onze economie niet in de gevarenzone is, maar als dat werkelijk zo is, waarom moet hij dat dan zo expliciet zeggen.”
“Omdat we wel in de gevarenzone terecht zijn gekomen, zo simpel is dat. Bijna 100 miljoen U$ aan goudinkomsten minder en hij moest onze goudvoorraad aanspreken en in zes maanden tijd met zowat 150 miljoen U$ interveniëren op de valutamarkt.”
“Tja, maar die strenge, kundige impopulaire meester boekt op de long run betere resultaten dan die toegeeflijke, popi leerkracht, die met een hoop vijf komma zesenveertigs als onderwijzer is geslaagd en geen orde in de klas kan handhaven.”
“Vijf komma zesenveertig mag je afronden naar vijf komma vijf, maar je mag niet tweemaal afronden, dus die afgeronde vijf komma vijf mag dan geen zes worden.”
“Gelukkig dat de rechter dit weet en niet meewerkt aan verdere normverlaging binnen ons onderwijs.”
“Stel je voor, en maar normen verlagen om kinderen te laten slagen.”
“En die naschoolse opvang meer gebruiken om te voeden in plaats van om op te voeden.”
“Maar het is goed dat Baas de AOV van mensen die dat niet nodig hebben, gaat afschaffen.”
“Hé, luister, broeder, als hij dat van ex-ministers en ex-Pressen en ex-Veepees wil afschaffen, geen probleem.”
“En waarom komt hij daar nu na bijna drie jaren mee; dat had hij meteen bij zijn aantreden moeten doen.”
“Politieke strategie, mi boi. Kom ermee wanneer de tijd rijp is voor je politieke straatje. Op het puntje van je schoen, met precisie timen, je zou het zelf niet beter hebben gedaan, net als die aanhouding in Panama.”
“Je kan zeggen wat je wil, maar hij heeft maximaal politieke profijt getrokken uit de aanhouding van DDZ.”
“Ja, deze afkorting zie ik: Dino De Zoon.”
“Ja, glansrijk is pa eruit gekomen, want het aanhangersvolk heeft massaal weer z’n steun aan den bedreigde leider uitgesproken, en alle schijnwerpers in binnen- en buitenland zijn weer eens op hem gericht, negatief en/of positief, dat maakt geen fluit uit.”
“Plus al die kleine jongens met hun ‘matrassen’ die naar het presidentschap lonken, staan opeens in de schaduw van hem-die-de-opdracht-van zijn-volk-kreeg-om-voor-een-tweede-termijn-te-gaan.”
“Met hun matrassen? Mijn hemel, heb jij ook schooltaal gehad van een van die halfwas-taalleerkrachten die niet eens meer spreekwoorden aan die kinderen leren, omdat ze die zelf niet kennen, laat staan de rest van het taalboek.”
“Da wat moet het zijn?”
“Maîtresse, mang. Lievelingetjes, buitenvrouwen, schatjes buiten je getrouwde vrouw om.”
“Velen aan de top doen daar aan.”
“Kan Barbode daar niet eens een keer over schrijven: vanaf Jopi Popi met Soemintra en puntje-puntje met..., tot paaltje-paaltje met.... en niet te vergeten zelfs die met ....zus-zo. Meteen het laatste nummer in Suriname, zonder gerechtelijke uitspraak.”
“Vrouwen houden van mannelijke macht, mannen van vrouwelijke pracht.”
“Begin jij minder te zuipen en kijk naar jezelf, want volgens de geruchten scharrel je ook, nog wel met een Braziliaantje.”
“Naw, wat een gedoe met die volkstellingsresultaten: de Chineesjes zijn te min geteld, sommige Marrontjes dubbel,de Braziliaantjes zijn verdonkeremaand, de creooltjes vervagen, de Indiaantjes zijn zoek.”
“Sommigen willen de marrons, creolen, mulatten, kortom alles met Afrikaanse roots bij elkaar tellen, dan zijn ze weer eens in de meerderheid tegenover die groep van Kries, die maar aan top blijft.”
“Zie je hieruit hoe we ondanks dat zo geroemde eenheidsstreven, wi na wan, nog steeds sterk in etnische hokjes denken? Zien jullie dat nou niet?”
“We zien het, beste Kries, maar we houden ervan, zo te zien.”
“Daar ben ik niet mee eens; dat opgeblazen etnicisme wordt ons opgedrongen.”
“Maar als men iedereen met een Afrikaanse root, ondanks hemelsbrede onderlinge verschillen, bij elkaar wil tellen, dan moet men ook alles met een Aziatische root, ondanks de hemelsbrede onderlinge verschillen, bij elkaar tellen.”
“Dan denk ik dat Suriname een overwegend Aziatisch-Afrikaanse bevolking zal hebben.”
“Maar naar buiten toe lijkt het vaak alsof we een overwegend Afrikaans land zijn.”
“Da wat, we zijn toch allemaal Surinamers?”
“Da waarom tellen we dan niet alleen Surinamers en zeuren we steeds om allerlei etniciteiten te tellen, alleen maar om te weten wie de grootste is, om daar politieke munt uit te slaan?”
“Dan heeft Alphons Levens met zijn gedicht groot gelijk.”
“Intussen lijden we allemaal onder de verhoogde prijzen.”
“En dat ding van die AOV moet duidelijk gezegd worden; kijk, ik geniet een pensioen van een buitenlands bedrijf waar ik vijfendertig jaar keihard voor gewerkt hebt, ik heb er een hernia en een zieke long van overgehouden.”
“En een droge lever, want je zuipt als een lier.”
“L$%# nou even niet, wil je? Kijk, nu heb ik een pensioentje, waardevast, maar dat heb ik door keihard werken opgebouwd, en niet door maar kindertjes met vele vrouwtjes te maken en niet te helpen verzorgen, af en toe te werken en maar m’n hand op te houden en de slachtofferrol te spelen. En al die jaren heb ik op elke verdiende cent m’n AOV afgedragen.”
“Wij ook.”
“Ja, natuurlijk, dus dan moet niemand, en dan ook niemand me komen zeggen dat ik die overheids-AOV niet nodig heb en dat het ingetrokken zal worden. Laat men daar van afblijven, anders is het oorlog.”
Whoem-patsj!!!!
“Jasses, Jules is echt boos; hij heeft zijn glas van de bar gesjwapt.”
“Jules, jonge, wind je niet zo op! Niemand zal aan je staats-AOV komen! Het was meer bedoeld voor die politieke profiteurs die zichzelf op het laatste moment met tuinman, dienstmeisje, diensttelefoon, dienstwagen, diplomatiek paspoort en exrtra-AOV hebben gezegend. Over die had Baas het.”
“Oh, sjorrie dan, ober, een nieuw glas met dezelfde inhoud en ik betaal voor dat kapotte glas.”

Rappa
Advertenties