Column: Een stunt
12 Aug 2013, 16:00
foto
Sandew Hira


Soms heb ik geen idee wat ik teweeg breng met mijn columns. Op 1 juli publiceerde ik in Starnieuws een column met de titel Vrijheid van meningsuiting: 150 jaar later.
Het bevat de tekst van een artikel dat ik schreef op verzoek van de Stadskrant van de deelgemeente Amsterdam Zuidoost die vervolgens geweigerd werd, nadat ze de tekst hadden gelezen.
Niks bijzonders, totdat ik een mail kreeg van Nizaar Makdoembaks.

Hij was boos over het gebrek aan respect voor de vrijheid van meningsuiting en vroeg mij of hij het artikel kon aanbieden aan ANP perssupport in Nederland. Dat is een instantie die berichten maakt voor de media. Ik vond het prima, hoewel ik wist dat het niet geplaatst zou worden. En natuurlijk weigerden ze het bericht door te geven.

Vervolgens kreeg ik een nieuwe mail van Makdoembaks met de mededeling dat Dagblad Het Parool de column woensdag 7 augustus wilde plaatsen en wat ik ervan vond.
“Prima,” antwoordde ik. Ik dacht: ‘Die Makdoembaks is een leuke man, maar die weet echt niet hoe de Nederlandse pers werkt.’

Ik heb me vergist. Hij wist wel degelijk hoe de Nederlandse pers werkt. Daar kwam ik op een pijnlijke manier achter.

Woensdagochtend werd ik namelijk gebeld door Hiske Versperlle, journalist van Het Parool. Ze was bezig met een artikel n.a.v. een vreemde advertentie. De advertentie was de tekst van mijn column! Daaronder stonden mijn naam en de naam van een stichting van Makdoembaks.
De column was als een grote advertentie aangeboden aan Het Parool door Makdoembaks, nota bene op pagina 5. Dat is een zeer kostbare advertentie.

Ik stond perplex. Ik wist niet dat de column als advertentie was aangeboden door Makdoembaks. De advertentie/column is door mij ondertekend. Hierdoor lijkt het alsof ik achter de advertentie sta. Maar ik zou nooit betalen om mijn teksten ergens gepubliceerd te krijgen. Dat gaat volledig in tegen mijn principes. Daarom heb ik direct op mijn Facebook een bericht geplaatst dat ik mij van de advertentie distantieer. Ik gaf aan dat Het Parool het stuk gratis mag plaatsen, wat ze natuurlijk nooit zou doen. Ik vroeg Makdoembaks om de advertentie in te trekken, maar die was al naar de drukker.

De advertentie is geplaatst. De redactie heeft een redactioneel bericht op pagina 3 geplaatst met enkele quotes van mij waarin ik bovengenoemde standpunten uiteenzet.

Makdoembaks had ook mijn telefoonnummer bij de advertentie geplaatst. Niet handig, want je kunt er donder op zeggen dat ik onaangename telefoontjes zou krijgen.
En ja hoor.
Een witte vrouw vond dat ik maar moest ophouden met dat 'gemekker'. Een witte man begon op hoge tonen over Afrikanen die hun eigen mensen verkochten en weer een ander: hoe haal ik het in mijn hoofd om een vergelijking te maken tussen slavernij en holocaust.
Ach, het viel mee. Ik had bedreigingen verwacht, maar dit waren geen bedreigingen, alleen maar scheldpartijen. De eerste keer dat ik naar aanleiding van mijn column bedreigd werd, zag ik het nummer op de telefoonherkenning. Ik ging ermee naar de politie, maar die zei niets te kunnen doen. Ik moest wachten totdat ze me iets aandeden. Ik met mijn stomme kop dacht dat bedreigingen volgens de wet niet was toegestaan, maar kennelijk is dat niet zo, behalve als je eindigt met 'Allah Akbar'.

Er was ook een witte vrouw die me belde: “Met Ria”
Ik: “Wat is uw achternaam?”
Zij: “Kan ik niet zeggen.”
Ik: “Nou mevrouw, bekijk het maar. Ik discussieer niet met anonieme mensen.” Ik gooide de hoorn op de haak.
Vijf seconden later.
Ria: “Met Ria, gooi alsjeblieft niet de hoorn neer. Ik kan mijn achternaam niet zeggen, maar ik wil u alleen laten weten dat ik uw column geweldig vond. Ga zo door. Het heeft mijn ogen geopend en hoop dat het de ogen van andere witte Nederlanders opent.”

Daar sta je dan. Wat moet je daar op zeggen? Ik bood mijn excuses aan voor mijn gedrag en bedankte haar. Ze accepteerde de excuses en ging door met complimenteren. De volgende dag belde een witte man op, ook met complimenten en de aanmoediging om door te gaan.

Een journalist belde me op met de vraag of ik stappen zou gaan ondernemen tegen Makdoembaks. Het is komkommertijd en ze zijn op zoek naar relletjes.
“Welnee mevrouw”, antwoordde ik. “De man heeft het goed bedoeld.”

Hier is nu een dilemma. Nizaar Makdoembaks heeft een actie ondernomen vanuit een positief gevoel van verontwaardiging over het gebrek aan vrijheid van meningsuiting in Nederland.
Hij weet inderdaad hoe de Nederlandse media werken. Kritische geluiden worden geweerd. Het Parool zou mijn stuk nooit geplaatst hebben als er geen geld aan te pas zou zijn gekomen. Zo hypocriet zijn ze heus wel. Het stuk hoort thuis op de opiniepagina, niet in een advertentie.

Het tekent ook het bedenkelijke karakter van de redactie van Het Parool. Een zichzelf respecterende eindredacteur zou moeten zeggen: “Meneer, uw advertentie is niet zomaar een advertentie. Het is een redactioneel stuk dat niet past in onze krant. U breekt hiermee in in mijn redactioneel beleid. Dus advertentie-afdeling, sorry we plaatsen deze advertentie niet.” Of ze zouden kunnen zeggen: “Dit hoort niet in een advertentie te staan, maar op de opinie-pagina.” Voor beide handelingen heb ik respect, maar een redactie die haar vrijheid van meningsuiting voor geld te koop aanbiedt, dat is toch kwaliteit inbreuk op de integriteit van het blad.

Ik waardeer de betrokkenheid en de verontwaardiging van Makdoembaks over de gebrekkige vrijheid van meningsuiting in Nederland. En eerlijk gezegd heeft hij gelijk gehad. Ik was boos, omdat hij zonder overleg met mij zo’n advertentie plaatste nota bene met mijn telefoonnummer. Maar mijn vrienden moesten lachen om zijn stunt. Want het effect is wel dat een groot wit publiek de schok van haar leven krijgt door opvattingen te lezen die ze graag ver van hun bed houden. In de gemeenteraad van Zuidoost heeft raadslid Roy Ristie van D66 vragen gesteld om de censuur die het bestuur, waarin nota bene twee Surinamers zitten, had gepleegd. Kortom, de advertentie heeft voor reuring gezorgd.

Met al deze kennis zou ik toch beslist geweigerd hebben om mijn column als betaalde advertentie te laten plaatsen. Het is gewoon een morele kwestie. Ik vind niet dat mijn opvattingen in een krantenadvertentie thuis horen. Als ik geweigerd had, zou de stunt er niet geweest zijn. Voor mijn gevoel zou dat beter zijn geweest, maar ik ben niet zo zeker dat dat ook voor de gemeenschap geldt.

Sandew Hira
Advertenties

Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April