Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 160
04 Aug 2013, 20:30
foto
Afscheid van Florencio.


“De verschrikkelijke gebeurtenissen blijven maar komen; eerst een kindje dat door een open poort op straat komt en daar dodelijk wordt aangereden.”
“En dan dat drama van die twee leerlingen die verdrinken in de Surinamerivier.”
“De leiding van dat leguanenoord denkt er goedkoop vanaf te komen: wij hadden gezegd dat u op eigen risico het water ingaat.”
“Zou wat moois zijn als ik een restaurant had en ik zeg tegen mijn gasten: u eet hier op eigen risico.”
“Of een vliegtuigmaatschappij en aan mijn passagiers zeg ik: U vliegt hier op eigen risico. Waarmee ben ik dan bezig?”
“Met onverantwoord ondernemen. Meki njang nomo met zo min mogelijk onkosten.”
“Zo een oord aan de rivier, een grote rivier nog erbij, zonder veiligheidsnet, zonder lifeguard en zonder zwemvesten en reddingsboeien had nooit open mogen zijn.”
“Ik vraag me af hoeveel van zulke onveilige verdrinkingsoorden....”
“Nee, nee, dat kan je niet zeggen, ik bedoel, er zijn ook mensen in het zwembad van bekende zwemverenigingen verdronken; daarom hoef je die toch geen verdrinkingsbaden te noemen? Hou toch op man en drink minder, anders verdrink je nog in je alcohol.”
“Rustig mang, sjorrie, maar ik kan het niet hebben dat door nalatigheid of winstbejag van de ene mens anderen het leven moeten laten.”
“Er komen elk jaar nog teveel jongeren om door verdrinking. Bestaat er nog zoiets als schoolzwemmen?”
“Mooie vraag, moeten we aan minister Ashwin vragen.”
“Nu niet. Hij is druk bezig poppenkastfiguren van z’n ministerie te verwijderen.”
“In feite zou een van de hoofddoelen van lichamelijke opvoeding binnen ons onderwijs moeten zijn dat elke leerling tenminste dat eerste zwemdiploma moet hebben gehaald.”
“Makkelijk gezegd en moeilijk gedaan. Ga eens meer dan 50.000 leerlingen verspreid over het hele land in nauwelijks een tiental zwembaden leren zwemmen.”
“Ik blijf erbij: kan je zwemmen of niet: met water, vooral een rivier vol stromingen, moet je uiterst voorzichtig blijven en de veiligheidsnormen in acht nemen.”
“Kunnen jullie je dat verdrinkingsdrama van die padvinders, daar bij Domburg, richting Waterland, nog herinneren?”
“Ja, mijn hemel, wat verschrikkelijk was dat, met fietsen en al in een te zwaar beladen boot tijdens slecht weer, da a boto kanti. Vijf of zes jongens zijn toen verdronken, wat een drama was dat.”
“Die begraafplaats aan de Indira Ghandiweg, in de buurt van De Nieuwe Grond is toch naar hen genoemd.”
“En hier is het letterlijk: als de leerlingen verdronken zijn, sluit men het oord.”
“Ik zei dus: ik vraag me af hoeveel van zulke onveilige oorden nog open zijn.”
“De dc van Wanica had een vergadering met de oordenhouders, maar juist die leguaan was er niet bij.”
“Vergaderen alleen is zo te zien niet voldoende. Erop uittrekken, net als prijscontroleurs en alle oorden onverwachts tjekken, vooral nu het vakantieseizoen is aangebroken. En vooral als je niet bij de vergadering aanwezig was.”
“En ook de sanitaire voorzieningen en het verwijderen van afval moeten getjekt worden.”
“Maar we hebben een soort ingeboren neiging in dit land om niet van regels te houden of die te saboteren of te ontduiken als die er zijn.”
“Maar als we op Schiphol, Miami, Piarco of Timboektoe uitstappen, zie je ons netjes en gedisciplineerd in de rij staan, niet luidruchtig zijn, niet met vuil smijten.”
“Een andere afwijking van ons die eruit getimmerd moet worden: we moeten maar een verwaarloosde berm zien, of we smijten er een vuilniszak met rommel op.”
“Of een trens of elke holte, verzakking of zelfs een flink gat in de weg: direct w’e smijt rommel ien’ing.”
“Of we dumpen onze zakken op de hoek van onze doodlopende straat.”
“Boi, if ie sjie sa ding dagoe e mik f’ding.”
“Die Nickerianen geven ons het goede voorbeeld: ze gaan hun zwerfhonden opruimen.”
“Maar ze gaan die in hun verwaarloosde dierentuin zetten, het wordt dan een hondentuin.”
“We schelden zo op bakra basi, maar die had dit in de koloniale tijd goed geregeld en wij, blaka en bruine basi, hebben er een bakba-winkri van gemaakt.”
“Wat bedoel je? Jullie willen terug naar de koloniale tijd, zeker.”
“Echt niet, oh jongste zuiplap in ons midden. Vroeger had je dagoewagi en moest elke hond een halsband met een penning hebben; zo betaalde je hondenbelasting.”
“Ja, ik weet dat nog. Als die dagoewagi kwam aantuffen, begonnen alle honden van de buurt te blaffen en waren alle zwerfhonden opeens verdwenen.”
“En wat gebeurde met de opgehaalde honden?”
“De goed uitziende honden gingen naar het asiel, waar je je beest tegen betaling kon ophalen en de zieke en verwaarloosde sjwerfhonden gingen linea recta naar het abattoir en werden daar netjes afgemaakt.”
“Hoe is dit uit de mode geraakt?”
“Nou, ik zei het al, de samenwerkende pras’oso- en prenasieboys namen met hun verloederingspolitiek over, schaften dit soort regels af, alleen om goedkoop stemmen te trekken en nu, vijftig jaren later, zitten we met de gebakken peren.”
“Ik hoor dat er vroeger geslagen werd op school.”
“Ja, en het was vaak nodig, vooral bij die ongedisciplineerde jongens die opgroeiden zonder hun verwekker, hun vader in huis.”
“Of met een smeerlap-stiefvader die meer oog had voor hun opgroeiende zusjes.”
“Vele jongens zijn dankzij dit strak regiem op school en in het internaat zoals van Bonifaas wat geworden.”
“Een van die Bonifaas jongens heeft laatst zelfs de hand van de paus mogen schudden.”
“De onderwijzer van vroeger had echt gezag. Zal ik jullie een ware gebeurtenis vertellen? De eerste zwarte onderwijzer in het openbaar onderwijs, ik zal z’n naam uit respect niet noemen, had zo een gezag, dat een vader hem kwam bedanken, daags nadat hij diens verwende en ongedisciplineerde zoon een fikse draai om de oren had gegeven.”
“Is dat zo geweldig?”
“Jawel, als je bedenkt dat die vader de blanke gouverneur van de kolonie Suriname was.”
“We schuwen orde en tucht, daarom kan de herinvoering van de dienstplicht maar niet komen.”
“Men zoekt allerlei drogredenen, want jongeren mogen wel laat uitslapen, gaan zuipen en roken, hun moeder en de buurt tiranniseren en inbreken in auto’s en alleenstaanden beroven, mishandelen, zelfs met de dood tot gevolg.”
“En als eentje de herhaalde sommatie van de politie negeert om stil te staan, zich op die manier wil onttrekken van zijn aanhouding en voorgeleiding, en ongelukkigerwijs dodelijk door een politiekogel wordt getroffen, noemt men de politie ‘moordenaars in uniform.”
“Maar niemand bekommert zich om de slachtoffers van die moordenaars-niet-in-uniform en zoekt allerlei spitsvondigheden om dit soort verworden jeugdigen te beschermen en het optreden van de politie te ontkrachten en in een kwaad daglicht te stellen.”
“Waarschijnlijk gedreven door een soort van opgeblazen etnische solidariteit.”
“Praat normaal, wil je. Ik versta je niet.”
“En als minister A-Dien-wint schoon schip op z’n ministerie maakt en enkele politieke wajangpoppen de laan uitstuurt, schreeuwt iemand met een voorwaardelijke veroordeling op z’n naam hoog van de toren dat het uur van de waarheid is aangebroken.”
“Misschien gaat hij uit protest tegen deze aantasting van zijn partijbelangen weer in hongerstaking, zoals toen met Kong Fong en die mevrouw Tine ....”
“Zolang Baas met dit soort partners optrekt, gaat hij in 2015 in diezelfde zinkende boot van zijn voorganger komen.”
“Dan komt Ronald weer aan het stuur.”
“Of Lonnie.”
“Dat overleef ik niet.”
“Heren het uur van de waarheid is ook hier aangebroken: wie gaat dit rondje betalen?”
“.........”
“Gezien de stilte opeens, zal ik het maar doen. Proost, dit was werkelijk het uur van de waarheid.”

Rappa
Advertenties

Wednesday 24 April
Tuesday 23 April
Monday 22 April