Herman Gooding
03 Aug 2013, 12:30
foto


Een gedreven politieman die kennelijk juist door zijn gedrevenheid in de nacht van 4 op 5 augustus 1990, door militairen en/of door aan militairen gelieerde personen, nabij het monument voor de gevallenen aan de Waterkant, in the line of duty, is doodgeschoten.
Het is op 4 augustus 2013, precies 23 jaar geleden dat het lichaam van deze politieman gedurende de nacht tot het blakende zonlicht van de zondagmorgen, met uit elkaar geschoten inhoud van het hoofd open en bloot op straat heeft gelegen.
Nog in april 2012 durfde een assembleelid in een openbare vergadering van De Nationale Assemblee te verklaren dat het lichaam daar is gebracht, nadat de man ergens anders is doodgeschoten. Een verklaring in de lijn van een zijner geestverwanten, gegeven in de dagen rond de moord op Gooding.

Toen het assembleelid door schrijver dezes over zijn onjuiste mededeling werd aangesproken, wierp hij onder meer op, maar waarom heb je dat niet onderzocht. Met enige overpeinzingen heb ik dat aangehoord.
Inderdaad de moord is niet behoorlijk onderzocht, wij hebben het niet behoorlijk kunnen onderzoeken en dat knaagt tot vandaag. Zoals het toen ook aan de hele gemeenschap heeft gevreten. Uiteraard met uitzondering van de degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn en de aan hen gelieerden.

Eigenlijk mag het assembleelid geen verwijt worden gemaakt dat hij die verwijtende vraag heeft gesteld, want wij zien als een rode draad door onze contemporaine geschiedenis dat terwijl er verwezen wordt naar organen die aangewezen zijn om toe te zien, dat wet en recht zijn beloop krijgen, vanuit verantwoordelijke hoek wordt toegestaan dat het wettelijk systeem waaraan die bevoegdheden worden ontleend, ontregeld wordt of geweld wordt aangedaan, door machtsstructuren over wie de aangewezen organen geen controle hebben.

Blinde muur
In de dagen rond de dood van Gooding, werd door een justitiële functionaris onder meer gezegd dat het is “alsof er een blinde muur is opgetrokken”. Deze woorden werden door velen met veel hoon besproken. Maar omdat ik wist en weet dat alle beschouwingen, die geen rekening houden met de (staatkundige) realiteit niets anders zijn dan speculatieve illusies, begreep ik dat 'blinde muur' de meest kernachtige manier is geweest om de situatie van onmacht, de realiteit van die dagen, te omschrijven.
Tegelijkertijd knaagt het ook aan ons geweten dat wij toch in de situatie van onmacht zijn komen te verkeren. Hoe dat zo kwam is nog niet eerlijk geschiedkundig beschouwd.

In ieder geval moeten wij voor wat de moord op Herman Gooding betreft tot vandaag genoegen nemen met het gevoel dat het aan de erfenis van het geweten van de schuldigen is overgelaten, maar omdat de last van de beslissing bij de bestuurlijke macht kwam te liggen, kon dat niet zo door het bestuur worden gelaten.
Aangezien het compromis vaak noodzakelijk is, om een samenleving leefbaar te houden, heeft de president van de Republiek Suriname toen bij resolutie van 13 augustus 1990 (N0. 6267/90) een onafhankelijk Onderzoeksteam onder leiding van de heer W. Texeira, in zijn hoedanigheid van lid van het Nationaal Instituut Mensenrechten, ingesteld.

De samenstelling van het team en de taakstelling, zoals in de resolutie vastgelegd, zouden moeten garanderen dat een vlotte justitiële onderzoek zou plaatsvinden, maar een ieder op de hoogte van zijn tijd begreep dat deze aktie aan geen ander doel contribueerde dan het politiek bestuurlijk systeem, hoe wankelend het toen ook was, overeind te houden.

Geen antwoord
Omdat in een rechtsstaat een bestuurlijk besluit, altijd ingebed moet zijn in het juridisch kader van de rechtstaat, miste dit besluit de rechtsstatelijke grondslag. Staatkundig gezien was het besluit evenwel de meest werkbare beslissing.
De Staat was gediend en het onderzoeksresultaat is natuurlijk in nevelen geraakt. Laat mij even mijn persoonlijk oordeel niet opzij zetten en aangeven dat naar dat oordeel in de nacht van 4 op 5 augustus 1990 wij in Suriname weer een militaire machtsovername zouden hebben. Iedere actie van de politie in die nacht zou tot dat gevolg hebben geleid.
Dit oordeel is natuurlijk gebaseerd op een aantal feiten die elkaar hebben opgevolgd rond de middag van 3 augustus 1990 tot kort na het tijdstip waarop Herman Gooding is doodgeschoten.

De verwezenlijking van de stelling heeft trouwens niet lang op zich laten wachten, want in de daarop volgende kerstnacht kwam de zo genoemde 'Kerst-Coup'.
In een tot volle wasdom, gekomen politie korps zou er geen rust zijn voor dat deze zaak behoorlijk was onderzocht, maar ondanks de afschuw die de moord op Herman Gooding toen in deze samenleving heeft teweeg gebracht, zijn wij langer dan een generatie opgezadeld met de vraag, waarop wij kennelijk in dit tijdsgewricht geen antwoord zullen krijgen. Waarom moest dat zo!

Armand W. van der San
Advertenties

Thursday 25 April
Wednesday 24 April
Tuesday 23 April