Centrale Bank werkt aan garantie bedrag rekeninghouders

De Centrale Bank van Suriname (CBvS) is bezig een garantiefonds in het leven te roepen voor rekeninghouders bij de lokale banken en kredietinstellingen. Het garantiebedrag verzekert de rekeninghouder dat bij een eventuele val of faillissement van de bankinstelling waar de burger een rekening heeft, de cliënt bij wet verzekerd. In de discussie die dinsdag in een workshop met banken en kredietinstellingen is gehouden, is voorgesteld dat dit bedrag vastgesteld zal worden op SRD 50.000.

Het beschermingsdepositosysteem moet in 2016 wettelijk zijn vastgelegd. Directeur Ingeborg Geduld-Nijman van de afdeling Toezicht Kredietwezen van de CBvS, zegt dat het hier gaat om een gehele of gedeeltelijke bescherming aan de rekeninghouders van kredietinstellingen die failliet gaan. Deze maatregelen moet bijdragen tot stabiliteit van de financiële sector. Het garantiebedrag is nog niet definitief, maar is een uitgangspunt, omdat 22 procent van alle rekeningen in Suriname een grootte hebben van onder de SRD 50.000. Dit is gelijk aan ruim 13 procent van de waarde van alle rekeningen.

Nog verdere discussie
Op de workshop in het Marriott Hotel heeft de buitenlandse kredietdepositodeskundige, Dave Grace, aangegeven dat het niet betekent dat personen die veel minder dan SRD 50.000 op hun rekening hebben dan ook in aanmerking komen voor het garantiebedrag. In de discussie wordt verschil gemaakt tussen ingezetenen die sowieso in aanmerking komen voor het garantiebedrag. Niet-ingezetenen beheersen 3 procent van alle rekeningen in Suriname. De helft van deze gelden zijn op rekeningen met een waarde van meer dan SRD 100.000.

Individuele personen en bedrijven hebben dus een garantie op het bedrag, dat voorlopig SRD 50.000 is. Centrale of lokale overheidsrekeningen komen niet in aanmerking. Wanneer 2 of meer personen een gezamenlijk rekening hebben, komen niet alle belanghebbenden in aanmerking voor het garantietarief, maar wordt het uitgekeerd aan de houders van de rekening. Individuele personen die op verschillende banken een rekening hebben en als deze instellingen failliet raken, krijgen ze wel per rekening het garantiebedrag uitgekeerd. In de discussie en het volgtraject worden naar nog meer mogelijkheden gezocht.

Zelfstandige organisatie
De Deposito Garantie instelling, wordt een zelfstandige organisatie. Het beginkapitaal waarmee de instelling zal beginnen, zal door de overheid worden gegeven. Een raad van commissarissen zal bestaan uit personen van de CBvS, het ministerie van Financiën die ambtshalve lid zijn en onafhankelijke deskundigen die door de overheid worden benoemd. Volgens de CBvS zal een verplicht lidmaatschap van banken en kredietinstellingen aan de instelling de stabiliteit stimuleren en verwarring onder rekeninghouders verminderen.

Volgens Nijman past een deposito garantiestelsel in de modernisering van de financiële sector. De recente internationale crisis heeft het nut van een garantiestelsel bewezen en in een aantal gevallen ook de tekortkomingen bloot gelegd. “Wij kunnen profiteren van de ervaringen van anderen en de nodige lessen hieruit halen bij de opzet van ons systeem”, zegt Nijman. Volgens haar zal rekening gehouden moeten worden met bepaalde randvoorwaarden die aanwezig moeten zijn om het systeem een kans van slagen te geven. Hoewel Suriname de internationale financiële crisis goed heeft weten te doorstaan, zegt Nijman dat er nu al instellingen zijn die een ernstig risico lopen. De CBvS wil in de aanloop naar dit systeem deze instellingen helpen weer in het gareel te komen.