Column: Familie
29 Jul 2013, 09:00
foto
Sandew Hira


Heel lang geleden, ik was toen vijf, woonde ons gezin in Nieuw Nickerie. Mijn vader werkte bij de overheid, mijn moeder in het huishouden. Elke zondag trokken we naar het huis van mijn aja en aji, mijn grootouders, in de Van Drimmelenpolder. Mijn aji was een vrolijke vrouw, altijd in voor een liedje en spelletjes met de kleinkinderen. Mijn aja keek als een patriarch naar zijn kroost. En wij, kleine kinderen, renden achter elkaar aan, vielen op de grond, speelden en genoten van het leven.
Ik weet niet of mijn aja op zulke momenten dacht aan zijn ouders, ergens ver weg in India. De ouders van mijn aji woonden in Suriname, waar zij geboren was.
Ze hadden grote gezinnen in die tijd: 8, 10 of zelfs 12 kinderen.

Mijn ouders hadden ook een groot gezin: 10 kinderen. En net als mijn aja zijn ze gemigreerd, mijn aja van India naar Suriname en mijn ouders van Suriname naar Nederland. Toen wij, hun kinderen, uit huis waren, kwamen we toch regelmatig bij elkaar in het ouderlijke huis. De familie groeide. De kinderen kregen kinderen en mijn ouders keken toe als ze thuis kwamen met hun kleinkinderen: ravotten, soms ruzie maken, maar eigenlijk gewoon gezellig bij elkaar zijn.

Familie, je kunt niet zonder ze, je kunt niet met ze, luidt een gevleugelde uitdrukking. Bij grote families heb je altijd ooit of ergens gekissebis. Soms zit je niet lekker in je vel. Soms heb je issues. Maar toch zou je het missen, dat gevoel van samenzijn, bij elkaar horen, en er voor elkaar zijn als het nodig is. En degenen die dat gevoel in je stampen, zijn je ouders. Dankzij hen kom je als familie bij elkaar. Eerst als gezin. Dan komen de mannen en vrouwen van de kinderen. En dan de kleinkinderen. In een multiculturele samenleving heb je al gauw een regenboog aan familieleden.

Toen mijn beide ouders stierven was ik er bang voor: de familie zou uit elkaar vallen en daarmee het gevoel van samenzijn en verbondenheid. Iedereen heeft een eigen gezin en een druk bestaan. Je moet mensen hebben in de familie die het initiatief nemen om dat verval tegen te gaan.
Ik prijs me gelukkig met een zus en broers die dat initiatief nemen.

Afgelopen zondag hadden ze zo’n dag georganiseerd. Het deed me denken aan Nickerie. Mijn moeder was een tweeling. Ze zeggen dat het een generatie overslaat. De dochter van mijn broer heeft een tweeling. Op zo’n familiebijeenkomst hoef je geen uitgebreide gesprekken te houden om te genieten. Je hoeft alleen te kijken naar hoe twee snotaapjes achter elkaar rennen en plezier maken. Je hoeft niet uit je dak te gaan om te genieten. Je kunt gewoon luisteren naar de verhalen van je neefjes en nichtjes. Ik genoot van mijn jonge nicht, die op eigen benen is gaan staan. Ze heeft een baan waarmee ze zich happy voelt. Ze heeft vier maanden geleden een flat betrokken. En ze vertelt gepassioneerd: “Ik voel me gelukkig. Er moet nog veel gebeuren in het huis, maar als ik naar de vaas kijk die ik met mijn eigen geld gekocht hebt, denk ik: ‘nou, ik heb het toch maar zelf gedaan.’ Ze is een schat en ze maakt me blij met haar uitstraling en haar verhaal.

Ik voelde dat mijn ouders ergens daarboven zaten mee te kijken. Ondanks het verdriet van de Decembermoorden zullen ze toch blij zijn om te zien dat hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen elkaar niet vergeten zijn. Het gevoel van samenzijn komt niet zomaar. Je moet er iets voor doen, maar het is altijd de moeite waard.

Sandew Hira
Advertenties

Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April