Column: Verzet tegen slavernij
24 Jun 2013, 09:00
foto


Ik ben onlangs gedoken in de 'Encyclopedia of Slave Resistance and Rebellion', een tweedelige uitgave onder de redactie van Junius Rodriquez, in totaal 743 pagina’s. De encyclopedie bevat een enorme hoeveelheid detailgegevens over verzet tegen slavernij in de Amerika’s.

Rodriguez heeft een geweldige job gedaan. Hij laat met veel gedetailleerde verhalen zien dat het beeld dat historici uit het wetenschappelijk kolonialisme schetsen over slavernij als zouden Afrikanen gedwee slavernij hebben geaccepteerd, volledig vals is. Maar nog belangrijker is de manier waarop hij dat gedaan heeft. Hij toont de Afrikanen als strategische analisten die heel goed nadachten over hoe ze een machtig systeem van Europese slavernij konden bevechten.
Het systeem dat ze bevochten was een wereldsysteem. De kolonie was te allen tijde onderdeel van een machtig leger in Europa dat klaar stond met een geweldige vuurkracht en onmetelijke militaire capaciteiten om iedere opstand neer te slaan.

Het verzet begon al in Afrika. Toen ze eenmaal aan bood waren gebracht van de schepen, was de geest van verzet nog niet gebroken. De Afrikanen waren geketend in het ruim van de schepen. Ze spraken elkaars talen niet. Ze wisten niet waar ze naartoe gingen. Er waren geen mogelijkheden om te vluchten. Vanuit een strategisch opzicht zijn er twee mogelijkheden: zelfmoord of moord. De getraumatiseerde Afrikaan koos voor de eerste optie. De zelfbewuste Afrikaan koos voor de tweede optie. Maar die optie was niet altijd beschikbaar. De mogelijkheid tot verzet kwam van vrouwen en kinderen die meer bewegingsvrijheid hadden op de schepen.
Neem het geval van de opstand op het schip Bristol. Op dat schip had Captain Tomba, een Afrikaan die getekend was in het ruim, het plan opgevat om het schip te veroveren. Maar de meeste mannen waren te bang om hem te joinen. Eén man en een vrouw deden mee. Op een avond zag de vrouw dat vijf matrozen die op wacht stonden, lagen te slapen. Zij gaf Tomba een hamer waarmee hij zijn ketenen kapot sloeg. Hij wist drie matrozen te vermoorden, maar in dat proces werd alarm geslagen. Tomba werd gevangen genomen. De kapitein executeerde hem en liet zijn medestrijder zijn hart en lever opeten als straf. Daarna werd hij op wrede wijze vermoord. De vrouw werd gezweept en met een mes over haar hele lichaam bewerkt totdat ze stierf. Intussen moest de rest van de tot slaaf gemaakte Afrikanen toekijken naar dit alles.

Voor de getraumatiseerde Afro’s is de nederlaag het belangrijkste feit om te herdenken. Voor de assertieve en zelfbewuste Afro’s is de daad van verzet het belangrijkste feit om te herdenken.

In de kolonie nam het verzet tegen slavernij verschillende vormen aan. De belangrijkste vorm was de algehele opstand. Twee opstanden hebben de aandacht getrokken. De opstand in de Nederlandse kolonie Berbice (Guyana onder Nederlands bestuur) onder leiding van Coffy en Accara en de opstand op Haïti onder leiding van Toussaint L’Ouverture.

Beide opstanden brachten de kolonie langere tijd onder controle van Afrikanen. In Berbice hadden de vrijheidsstrijders een belangrijk deel van de kolonie gedurende 14 maanden onder controle. In Haïti hebben ze definitief een onafhankelijke zwarte staat weten te vestigen.
Het verschil tussen nederlaag en overwinning werd bepaald door leiderschap. In Berbice was er een splitsing in de leiding. Coffy hoopte door onderhandelingen met de Nederlanders een situatie te bereiken waarbij een deel van het land in Nederlandse handen bleef en een ander deel een vrije zwarte staat zou worden. Acara geloofde het niet en trok zijn eigen lijn van verzet. De Nederlanders kregen steun van troepen uit Suriname en wisten de opstand uiteindelijk neer te slaan. De Nederlandse criminelen executeerde 128 Afrikanen op wrede wijze en herstelden slavernij in Berbice. Ze werden geradbraakt (de botten gebroken met ijzeren staven), opgehangen en levend verbrand.

In Haïti hadden ze al vroeg geleerd dat een compromis over slavernij niet mogelijk was. De Franse criminelen zouden geen onafhankelijke zwarte staat tolereren. L’Ouverture wist dat zonder een groot en goed getraind leger het niet mogelijk was om stand te houden. Zijn grote verdienste is dat hij wist hoe je zo’n leger moest opbouwen en onderhouden. Hij trainde de soldaten en wist een strak management van het leger op te zetten. Door zijn strategisch inzicht was hij in staat het Franse leger – en ook de Engelsen die de Fransen kwamen helpen – te verslaan.

Deze twee algemene opstanden brachten een heel land voor kortere of langere tijd onder controle van zwarten die slavernij afschaften in hun gebied.
Ze vormen waardevolle lessen in de strijd voor vrijheid.

Sandew Hira

p.s. op 29 en 30 juni organiseren de Vereniging Ons Suriname en het International Institute for Scientific Research (IISR) een internationale conferentie over (de erfenis van) het verzet tegen slavernij. Meer informatie is op www.iisr.nl te vinden.
Advertenties